Unité 35 Nederlands - Frans

INVULOEFENING

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
(le ) : tegen (de muur)
Cette , je . : Dat meisje, ik ken haar.
Ce , tu connais? : Die jongen, ken je hem?
Ces ? Je . : Die jongens? Ik zoek hen / ze.
Ces ? Je .: Die meisjes? Ik zoek hen / ze.
un : een muur
On y ! : Daar gaan we! We vertrekken!
un : : een laptop
un : een tas, zak (draagtas)