Unité 27 Nederlands - Frans

INVULOEFENING

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
le : de boter
une : een fles
une : een fles water
un [c] : een centiem
la : de fijne vleeswaren
? : hoeveel?
()? : hoeveel (liedjes)?
Ça ? : Hoeveel is het samen?
: tellen
la : de jam, confituur
: kosten
coûte le ? : Hoeveel kost de boter?
(confiture) : --- (jam)
(jambon) : --- (ham)
l' (v.) : het water
Et a? : Nog iets anders?
un [€] : een euro
Ça (8) euros. : Het is (8) euro.
le : de kaas
un (de ) [g] : een gram (kaas)
le : de ham
un (gramme) (de ) [kg] : een kilo(gram) (peren)
(2 €) le : (2 €) per kilo
un : een pot
un : een prijs
Au ! : Tot ziens! Tot weerziens!
le : de suiker
un : een supermarkt
Je : ik wil graag (suiker).