Naar start
Frans - Nederlands
Unité 23 Nederlands - Frans
INVULOEFENING
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
un
(de police) : een agent, politieagent
: helpen
une
: een jaar (duur)
: ander
un
: een vliegtuig
en
: met het vliegtuig
avoir
(stylos) (pennen) : nodig hebben
un
: een vrachtwagen
en
: met de vrachtwagen
(jour), : elke, iedere (dag / week)
,
: laatste
un
: een directeur
une
: een directrice
un
: een dokter, geneesheer
(août) : in (augustus)
(l'école) : tot aan (de school)
un
: een miljoen
un
de (DVD) : een miljoen (dvd's)
un
: een maand
le
de (mai) : de maand (mei)
un
: een woord
(Tim est ici) : omdat (Tim hier is)
: Parijs
: voorbijgaan, langskomen
(la leçon) : tijdens (de les), gedurende
(vite) : meer (+ snel = sneller)
: nemen
une
: een baan, weg
: alles
Antwoord controleren
OK
Naar start
Frans - Nederlands