Naar start
Frans - Nederlands
Unité 21 Nederlands - Frans
INVULOEFENING
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
l'
(m.) : (het) Engels
: Je parle
. : veel: Ik praat veel.
(chats) : veel (katten)
,
: gescheiden
: J'ai
un
. : nog: Ik heb nog een broer.
(guitare) : (gitaar) spelen
(piano) : (piano)spelen
,
: boosaardig, slecht
la
: de zee
un
: een oom
(à Sam) : spreken, praten (met/tegen Sam)
(
) : (Frans) spreken
un
: een land (staat)
un
: een beetje
Elle parle
. : Ze praat weinig.
e (chiens) : weinig (honden)
(la
) : dicht bij (de zee)
,
: alleen(staand)
une
: een tante
: werken
: komen
un
: een dorp
une
: een stad
Antwoord controleren
OK
Naar start
Frans - Nederlands