Naar start
Frans - Nederlands
Unité 9 Nederlands - Frans
INVULOEFENING
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
! : Opgelet! Let op!
Il
. : Het is mooi weer.
Il
. : Het is warm.
(une
) : binnen (een uur)
: morgen
Il
(
). : Het is (koud).
Il
faire
. : Het gaat koud (weer) zijn.
: nu
: maar
Il
: Het is slecht
: sneeuwen
Il
.: Het sneeuwt.
Il
. : Het gaat sneeuwen.
un
: een paraplu
: regenen
Il
. : Het regent.
Il
. : Het gaat regenen.
une
[s] : een seconde
le
: het weer
fait-il? : Welk weer is het?
: onmiddellijk, meteen
Antwoord controleren
OK
Naar start
Frans - Nederlands