Unité 8 Nederlands - Frans

INVULOEFENING

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
une : een kast
, : blauw
un : een bureau
des : bureaus
un : een schrift
une : een stoel
une : een klas
( ) : in (mijn klas)
() : boeken
un : een leerling
une : een leerlinge
une : een raam
(une ) : Er is / staat (een tafel).
(des ). : Er zijn / staan (stoelen).
, : zwart
un : een computer
une : een deur
un : een leraar, leerkracht
une : een lerares
qu'il y a? : Wat is er? Wat staat er?
une : een radio
: rood
(la ) : op (de tafel)
une : een tafel
un : een bord, schoolbord
: borden