Naar start
Frans - Nederlands
Unité 15 Nederlands - Frans
INVULOEFENING
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
avoir les
(
) : (zwart) haar hebben
avoir les
(
) : (blauwe) ogen hebben
,
: blond
un
, des
: een haar, haren
? : hoe? hoezo?
,
: kort
(
) : achter (jou)
: tweede
: daar
,
: lang
Ça va
.: Het gaat slecht.
un
: een neus
un
, des
: een oog, ogen
une
: een oor
? : waar?
: excuseer me, pardon, sorry
: denken
,
: eerste
(une
) : kijken naar (een foto)
: blijven
,
: ros, rossig, roodharig
: derde
Ça va
. : Dat gaat snel, vlug.
Antwoord controleren
OK
Naar start
Frans - Nederlands