Naar start
Frans - Nederlands
Unité 13 Nederlands - Frans
INVULOEFENING
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
: veertig
: zestig
le
: de sport
(
) : jullie (boek), uw (boek)
un
: een leeftijd
Tu
quel âge? : Hoe oud ben jij?
un
: een jaar
J'
14
. : Ik ben 14 jaar (oud).
un
, des
: een dier, dieren
: hebben
: honderd
un
: een kat, poes
un chien : een hond
Il
16 ans. : Hij is al 16. / Hij is reeds 16.
des
(m.) : grootouders
un
: een konijn
(
) : mijn (ouders)
(en Belgique) : negentig
un
, des
: een vogel, vogels
une
: een foto
un
: een vis
: tachtig
(en Belgique) : zeventig
(
) : zijn (boeken), haar (boeken)
(
) : jouw (ouders), je (ouders)
Antwoord controleren
OK
Naar start
Frans - Nederlands