Unité 33 Nederlands - Frans

INVULOEFENING

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
À ! : Aan tafel!
Bon ! : Smakelijk! Eet smakelijk!
une : een bord (om van te eten)
une (magasin) : een kassa
: kennen
un : een mes
une / : een lepel
un de … ? : Nog een beetje … ?
une : een vork
des (v.) : friet, frieten
une : een ijsje
la : de mayonaise
bien : dank u wel
la : de tafel dekken
un : een ei
(la viande), : Geef mij het vlees door,
: betalen
une : een pizza
s'il te : alsjeblieft (bij het vragen)
! : Gezondheid! Proost!
une : een saus
la : de soep
des : spaghetti