Unité 25 Nederlands - Frans

INVULOEFENING

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
(une ) : na (een uur)
un : een middagmaal, lunch (in België)
: slapen
la ('la ') : het turnen
(s') : (zich) kleden, aankleden
je : ik kleed me aan
une : een dag (duur)
(se) : (zich) wassen
je : ik was me
: opstaan
je : ik sta op
: lezen
:vertrekken, weggaan
un r : een ontbijt
un : een maaltijd
(de ) : (de school) buitengaan,
un : een avondmaal (in België)
un : een buurman, buur
une : een buurvrouw